Verliefd, verloofd of getrouwd? Een vraag die we in ons leven nogal eens krijgen. Verliefd was ik opslag. Vanaf het allereerste moment dat ik in aanraking kwam met de wielerronde in Boxmeer. Wat een heerlijk evenement is dat jaarlijks in Boxmeer. In 1997 ging ik er voor het eerst met een vriendje, ons pap en een buurman naar toe. Prachtig vond ik het. Wielrennen volgde ik destijds al jaren op de voet. Tijdens de tour was ik niet voor de televisie weg te slaan. Helden had ik genoeg Indurain, Escartin, Chiapuccu, van Bon, Blijlevens. Cipolinni, Virenque, Zülle. Maar de grote klapper was destijds toch wel Jan Ulrich die in zijn gele trui, samen met Erik Zabel over de Steenstraat kwam denderen. Ik was klein en bang, maar samen met mijn vriendje beleefde ik een geweldige avond. Krioelend langs de massa’s mensen bij café ’t Centrum. Amper boven het hek uittorende en roepende naar de wielrenners. Je zag ze eigenlijk niet, want het ging veel te snel. De fietsers waren slechts schimmen die voorbij raasden. Er waren zo’n 35.000 mensen aanwezig wat gevolgen had voor de horeca. De frites was om 21:00 uur al uitverkocht. Zelf at ik een heerlijk broodje hamburger speciaal. Met 2 handen hield ik hem stevig vast. Want ook op het plein bij het gemeentehuis was het publiek massaal aanwezig. We slalom slenterden door het publiek, ik met mijn burger stevig vast.
Op de terug weg liepen we voorbij destijds café ‘t Vertrek nog langs een man die hopeloos zat te wezen met een stel gele t-shirts. Gegokt en keihard verloren. Nog altijd een historisch verhaal in Boxmeer en omgeving. Ondernemen is risico nemen, maar dit risico liep uit op een fiasco. Voor 25 gulden namen we er 5 mee…… Dit was de prijs van 1 shirt aan het begin van de avond. De befaamde gele Jan Ulrich t-shirts. Deze shirts zag ik later in 2001 toen ik er weer was bij café het centrum. Hier liep het personeel met dienbladen bier te zeulen in deze t-shirts. Prijs voor een biertje destijds fl 3,25, net geen € 1,50, maar dit geheel terzijde.
De jaren hierna heb ik zo nu en dan de ronde bezocht. Zelf heb ik eenmaal als vrijwilliger bij de entree geholpen. Wat een gedoe was dat, men wilde niet betalen voor een kaartje, liep je nog net niet persoonlijk omver of kwam alleen voor de gezelligheid. “moet je dan entree betalen?”. Het leverde de fanfare van ons dorp wel een leuke zakcent op. In mijn jaren als bezoeker was ik eigenlijk ook die feestvierder, maar toch wilde ik graag immer een glimp wielrennen opvangen. Het was destijds wachten tot half 10, want dan kon je gratis naar binnen. Legendarisch was de editie van 2006, samen met een vriend. Eerst een halve liter bij de Baronie, daarna gingen we naar Shooters waar om 22:00 uur het bier uitverkocht was. Gevolg we dronken lauwe flessen Heineken uit de kelder.
Vanaf 2010 is de wielerronde standaardkost vanuit het werk. Altijd een prachtige maandagavond en ik zie wel wie of wat er mee gaat of wie ik tegenkom. Een kaartje in de voorverkoop ging prijstechnisch nog wel aangezien we er de hele avond zijn. Toch viel het niet meer mee voor de organisatie. In 2012 leek de laatste rubberen band over de Steenstraat te hebben geparadeerd, want het was op. De remmen leken voorgoed ingeknepen te worden. Er kwam amper publiek. Een schatting van zei nog 10.000 personen. Maar dat was een wilde en vooral vanuit het halfvolle glas perfectief gekeken een positieve gok. Niet gek met € 15,- entree overigens. Er moest wat gebeuren en er gebeurde wat.
De man van de HAHEBO riep alles en iedereen bijeen om dit evenement te behouden en in 2013 ging de ronde door. Dit met een nieuwe opzet. De entree was vrij, de bierprijs was €2,50, maar er ging 50 cent naar de organisatie. Uiteraard kon er wel gedoneerd worden. De sfeer was de eerste 2 jaren, maar nog steeds subliem. Ik stond tegenover Riche bij dorpsgenoten en de renners zetten als het kon, een wave in. Heerlijk gewoon. Het plezier spatte ervan af, ook na afloop als de hekken weggehaald werden. Een groot wielerfeest. En vaak liep ik naar het station, of net waar mijn fiets stond en bij gebrek aan prullenbakken stopte ik mijn lege bakje van een frikadel speciaal onder mijn snelbinders. Deze vond ik de volgende ochtend bij het opstaan weer terug. Voor mij het credo, de ronde was geslaagd.
Dat het peloton alsmaar kleiner wordt, de ronde met 80 kilometer kort is, wat maakt het uit. Zoals gezegd, ik ga er maar wat graag heen. Zo ook deze zomer, maar dat bracht nog wat uitdagingen met zich mee. Allereerst moest ik even wachten met douchen op het werk, want de wielrenners aan de bedrijvenbokaal waren me voor. Geen probleem natuurlijk, dan maar iets later naar de ronde. Hier na volgde wellicht een grotere uitdaging, want er hingen donkere wolken boven het parcours. Het zou toch niet afgelast worden? Feit was, dat ik hard moest fietsen om droog het parcours binnen te komen. Helaas, slaagde ik er niet in, want o, o wat fietste mijn fiets een partij zwaar. Ik kwam niet vooruit en gezien de sterker vorderende regen moest ik mijn plan even wijzigen. Ik stopte bij mijn dokter, waar ik noodgedwongen ging schuilen on het portaaltje. Dit om niet totaal, maar dan ook echt totaal doorweekt het parcours binnen te geraken. Ik voelde aan mijn band, kei en kei slap. Verdomme dacht ik, 1 dag per jaar komt het me wel niet zo slecht uit. Dat was deze dag, die van daags na de tour. Ik wachtte tot het droger werd en appte mijn eega al dat ik wat later het parcours zou binnen geraken.
Plotsklaps bedacht ik me dat een collega om de hoek woonde en belde om de wat onorthodoxe vraag te stellen of ik wellicht mijn band daar mocht oppompen. Helaas kreeg ik 0 op rekest, want de telefoon lag beneden en was zelf was ze boven. Belangrijkste ze was zelf mobiel, maar niet mobiel, bereikbaar. Een andere collega kwam toevallig aangereden en zag me wat verloren staan onder het afdakje van de dokter. Dit met de fiets in de hand. Hij gaf een gouden tip. Probeer een andere collega eens. Die nam op en natuurlijk mocht ik langskomen. Met de fiets in mijn hand liep ik haar richting op. Ze stond met haar zusje me op te wachten en de pomp stond klaar. Dat pompen was ongeveer net zo nuttig als emmers water uit de maas scheppen. Ik pompte wat ik kon, maar de lucht die erin ging, ging er met dezelfde frequentie weer uit. Een kapotte band. Daar mijn handigheid ongeveer van hetzelfde niveau is als de empathie van een Fransoos voor buitenlandse wijnen, was het plakken hiervan ook geen optie. Ik dankte liep terug en moest wat anders verzinnen om thuis te komen.
De fiets zette ik bij de fysio neer. Waarna ik mijn weg naar het parcours vervolgde. Ook omdat de regen inmiddels ‘normalere’ proporties aannam. Op mijn gemak liep ik naar een entree en zag een vriendelijke vrijwilliger al staan met een collectebus. Doneren doe ik voor evenementen als deze graag, maar ik had een geen euro op zak. Geen punt, want ik wist dat een qr-scan mogelijk was. Ik besloot € 5,- te doneren en de vrijwilliger bedankte me uiterst vriendelijk en gaf me nog net geen knuffel. Ik was binnen en miste jammer genoeg een deel van de reclame caravaan. Ondertussen belde ik een vriend en regelde hiermee een plek in een auto voor de terugweg. Ik zag mijn eega en vriendinnen, welke een tactisch plannetje smeedden. Gaan we bij de Turk eten en verliezen we onze plek? Of we gaan frites halen met de helft van ons en houden we onze statafel bij de bock? We kozen voor het laatste, wat gezien de weersverwachtingen niet zo eens een heel gek idee was. 2 van ons liepen richting de friteswagen en kwamen met de handen en zakken vol terug naar de tafel.
We aten, niet al te beste, te harde frites. Deze friet was ik gauw vergeten door de bami schijf die ik erbij had. Wat een kwaliteitsproduct was dat. Mijn god, nog heet, vol van smaak, wat oosters temperament. Zo hoort ie te zijn.
De reclame caravaan trok voorbij, onze tafel bleef in bezit. Ondertussen kwamen wat mensen, ‘mee leunen’ en langzaamaan werd het tijd voor de ronde zelf. Het werd ook steeds drukker, zoals het sinds 2013 weer gaat. Natuurlijk zat de rondebaas triomfantelijk in zijn wagen, maar wat maakt het uit. Dankzij zijn inspanningen bestaat de ronde überhaupt nog. De gele trui was er weer, net als in 1997 en de ronde leeft als nooit tevoren. Van het wielrennen zelf hebben we niet veel gezien, al stonden we in den beginne wel zo opgesteld dat we nog wat konden zien. Naarmate de avond vorderde en er wat meer drank in zat, slopen we richting het podium en waagden nog een dansje. Of ja sommige van ons dan, voor mij tja. Laten we het zo zeggen mijn ritmegevoel is gelijk aan de verkrijgbaarheid van een glas fris op de Oktoberfesten. Het is er zal ongetwijfeld ergens te vinden zijn, maar waar?
Ik ging naar de wc en een wildvreemde sprak me aan; ‘motte gij ok pissen’ toen ik voor de urinoirs stond te wachten. Hij vroeg zich af wat voor gebouw er langs ons stond en ik vertelde hem dat dit het gemeente huis is. Ah zei hij, zou je ook een parkeergarage van kunnen maken. Ik complimenteerde hem met dit goede inzicht, want die gaat er na de verbouwing komen.
Dat we dichter naar de band en het podium liepen was eigenlijk zoals we de laatste jaren de wielerronde beleefd hebben. Fietsen is bijzaak, het evenement viert hoogtijd. We zagen nog een aantal bekenden en dronken in alle rust een aantal biertjes. De eerlijkheid gebied mij te zeggen dat ik het ook wat gaaf zou vinden, het hele terrein te gaan verkennen. Rond 22:30 besloten we huiswaarts te keren. Onze taxi kon niet zo ver komen als we hadden bedacht, maar uiteindelijk slaagden we er in deze te vinden. De frikadel speciaal heb ik maar gelaten voor wat die was. De avond was weer zoals ie moest zijn. Een heerlijke, net iets te frisse, maar daar heb je geen invloed, zomerse maandagavond. De wielerronde, wat was het weer mooi om er bij te zijn. Tot volgend jaar.

Reactie plaatsen
Reacties