
‘magische archipel in de oceaan’
Ondanks dat de zomer nog niet helemaal aangebroken is, hebben wij onze ‘zomer’ vakantie er al op zitten. De reis bracht ons naar de Faeröer Eilanden. De wat, waar ligt dat? Was een vraag die we 9 van de 10 keer te horen kregen. Het klopt inderdaad dat tijdens de topografie in groep 7 deze eilanden niet altijd benoemd werden, maar even een kleine opfrissing/kennisgeving dan.
De Faeröer Eilanden zijn een 18 tal eilanden liggende in de Atlantische Oceaan, boven Schotland, onder IJsland en op gelijke hoogte met Noorwegen. Vrij vertaald betekend Faeröer Eilanden, Schapen-Eilanden, die naam komt niet zo maar uit de lucht vallen, want er leven meer dan 70.000 schapen op de eilanden. Welke overal grazen en er regelmatig voor zorgen dat je even gas moet terug nemen als je aan het rijden bent. Het is officieel geen zelfstandig land, maar een autonome staat in het Koninkrijk Denemarken. Wel heeft het een volkslied en nationaal elftal. Ze hebben een eigen taal, het Faeröers en eigen briefgeld. Er wonen zo’n 50.000 mensen verdeeld over de 18 eilandjes, waarvan er 17 bewoond zijn. In de hoofdstad woont 40% van de inwoners.
Daar het een oceaanklimaat heeft, zijn er continue weersveranderingen. Met andere woorden het waait er altijd en het regent er zo mogelijk nog meer. Het niet dragen of bijhebben van water- en winddichte outfit is ongeveer net zo slim om al wapperende met een Israëlische vlag over de Gazastrook rennen. De economie is voor 96% afhankelijk van de visserij, daar waar de meeste mensen ook werkzaam in zijn. Of ze zijn zelfvoorzienend, want op sommige eilanden wonen niet meer dan een handvol mensen. Floortje Dessing was hier al eens met het programma; Floortje naar het eindje van de wereld en laat de levensomstandigheden op zo’n eiland perfect zien.
Om afgelegen gebieden beter bereikbaar te maken worden en zijn links en rechts al tunnels aangelegd of worden aangelegd. Toch zijn er nog een behoorlijk aantal eilanden enkel bereikbaar per helikopter of per boot. Dit laatste mits de weersomstandigheden varen toelaten.
Toeristisch is de eilanden groep (nog) niet, toch is er genoeg te zien en te beleven. Het leek ons fascinerend genoeg om er een vakantie aan te wijden. We verwachtten fraaie natuur, rust en mooie uitzichten.
Vagar
Na het afhalen van onze huurauto kon onze trip beginnen over het eiland Vagar. We bezochten de Gasaladur waterval en liepen een fraaie route over het eilandje. Na ingecheckt te hebben in het back-to-basics hotel gingen we naar Sarvagur voor een hike naar het zwevend meer. Hier moest ineens voor betaald worden, beetje grijs gebied. Of dit nou grondgebied is van iemand of niet, maar genoten onder perfecte condities, voor Faeröerse begrippen, 12 graden en een zonnetje van een mooie wandeling. Dat we welkom gegehetn werden door rokende jongeren in een keet met een brommertje was wat bijzonder en dat de wandeling ongever 25,- kostte eveneens, maar goed het was het waard.
Mykines
Onze 2de dag gingen we met de ferry naar het afgelegen meest westelijke eiland Mykines. Dit is enkel in de maanden mei-augustus per ferry te bereiken, door de weersomstandigheden. Voor ons was evenzo maar de vraag of je er kunt komen, en als je er dan bent of de ferry terug vaart. Zo niet rest een verblijf op het eiland! Er wonen ongeveer 20 mensen en het eiland is een eldorado voor vogelaars. Maar ook de gewone mens zal de bijzondere natuur en vogelsoorten met tevreden blik gadeslaan. Nadat ze in IJsland onzichtbaar bleven, zagen we nu eindelijk de papegaaiduikers. Deze ‘clownsvogel’ is een lust voor het oog en met zijn koddige uiterlijk en wat theatrale vliegkunsten trekt hij veel bekijks. Het weer was ons goed gezind en we konden met de ferry terug en zelfs nog schitterende foto’s maken van de 2 rotsblokken die opdoemen in de oceaan.
Eysturoy
Dag 3 gingen we van het eiland Vagar af. We reden door een van de vele tunnels (tolweg) via het eiland Streymoy naar het eiland Eysturoy waar we zouden verblijven in het idyllische Gjogv. Onderweg bezochten eerst nog de volgende plaatsen: Selatrad, Skálafjorour, Nes, Toftir.
Waarna we een hike gingen doen vanaf Elduvik naar Oyndarfordur, langs de afgrond van de oceaan Deze was ondanks het natte weer en de bij vlagen onstuimige wind goed te doen. Het bijzondere aan deze tocht is dat men hier vroeger met lijken van de ene kant naar de ander kant liep, bij het ontbreken van een kerk. Aangekomen in Gjogv, konden we aanschuiven voor een maaltijd in ons hotel. We aten gekookte aardappelen, met een bakje dorre sla, maar de vis (Faeröerse kabeljauw uit de oven met saus en warme groenten) maakte alles goed. Na een avondwandeling in het prachtige Gjogv, zat de dag erop.
(Noord-)Streymoy
Dag 4 gingen we eerst naar Eidi, alwaar we ondanks de regen, foto’s konden maken van het groundhoppers stadion bij uitstek. Het oude Eidi-stadion, wat aan 3 kanten aan de oceaan helt. De nationale sport bij uitstek is voetbal en ondanks de geringe aantal inwoners, herbergt de eilandengroep 4 competities en het hoogste percentage actieve voetballers wereldwijd! Meer dan 5200 geregistreerde voetballers tussen de 5 en 90 jaar. De accommodaties bestaan vaak uit slechts 1 kunstgrasveld, maar hebben vaak een mooie ligging.
Daarnaast bezochten we enkele golden-circle locaties; Het pittoreske Saksun, alleen de weg ernaar toe al. Waarna we in Tjornuvik nog net niet compleet verregenden. Dit stuk kan ook gelopen worden, maar we hebben dit per auto gedaan. Na het zien van de grootste waterval van het eiland, de Fossa, gingen we naar het grotere Vestmanna waar we het Saga-museum bezochten.
Bordoy, Vidoy en Kunoy
Op de 5de dag reden we naar Klaksvik, de 2de stad van het land met 5.000 inwoners. Onderweg zijn we nog gestopt te Leirvik en Fuglafjordur. In Leirvik hebben we foto’s gemaakt van een oude viking boederij. Daar wilden de we ook een wandeling maken, maar vanwege mijn gevoelige achillespees en de hoogte van de wandeling hebben we besloten dit niet te doen. De weg naar Fuglafjordur zou heel mooi zijn langs een fjord af, alleen hebben wij hier door de mist niets van kunnen zien. Hier ontdekten we de kleinschaligheid van de eilanden, vooral op culinair gebied. Het vinden van een lunchplaats bleek een uitdaging. Dit valt te verklaren, want als plekken zo klein zijn, zijn restaurants niet gauw rendabel. In ons hike boekje stond een mooie wandeling, welke we probeerden, al moet de eerlijkheid gebieden te zeggen, dat mijn achillespees het begeven had en ik terug gekropen ben naar het hotel. Toch was het uitzicht over de stad mooi en als het niet zo modderig was geweest waren we misschien nog wel naar boven gelopen.
We hadden de pech, of het lot bepaalde het zo, dat we op een zondag in Klaksvik zaten en er dan geen postboten varen. Anders waren we met deze boot meegegaan om de kleine eilanden Fugloy en Svinoy te bezoeken. Nu reden we ’s ochtends in de stromende regen naar het eiland Vidoy, door enkelbaanse tunnels (ook een bijzondere ervaring), maar durfden de gok niet aan voor een wandeling. Dat lukte ’s middags wel toen we in Kunoy waren, alwaar ook zo waar de eerste bomen van het eiland tegenkwamen. Een prachtig plekje Faeröer!
Thorshavn
We verlieten Klaksvik om naar Thosrhavn te gaan, een afstand van liefst 70 kilometer en dat waren we niet meer gewend. We besloten echter eerst nog even met de (auto)ferry naar het eiland Sandoy te gaan, voor fraaie vergezichten en pittoreske dorpjes. Waarvan meer dan akte, nadat we precies op tijd de ferry terug hadden, gingen we via Kirkjubour (een authentiek dorpje, met kerkje en oude kathedraal uit 1200 die nooit afgemaakt is) naar de hoofdstad Thorshavn. Hier ondervonden we dat de Faeröer een volgens goed Scandinavisch gebruik hypermoderne hoofdstad heeft. Natuurlijk is het allemaal wat kleiner, maar het Nyhavn van Thorshavn mag er zeker zijn en we konden er zelfs met 18 graden en een heerlijke zonnetje op het terras onze vakantie eindigen.
Het is misschien een wat lang verhaal geworden, maar wat was deze vakantie gaaf en bijzonder. De Faeröer Eilanden zijn een geweldige vakantie locatie, waar men op plekken nog zeer authentiek leeft, de natuur prachtig is, de uitzichten om van te genieten zijn (getuige ook de vele kijk daar en wat mooi daar, oeh’s en ah’s gedurende de ritten ) en de lucht de zuiverste in zijn soort is. Het is net een sprookjes omgeving waarin je begeeft. Het weer moet je dan maar voor lief nemen, maar wij hadden zeker niets te klagen. Dat er af en toe een schaap oversteekt, daar wen je wel aan en nog een ander groot voordeel is dat iedereen op de eilanden goed Engels spreekt.
Wij waren zeer onder de indruk van dit fraaie, authentieke en wat bij velen onbekende vakantieland.




Reactie plaatsen
Reacties