
Er zijn dingen in het leven die je krijgt en er zijn dingen in het leven die je verliest. Een mooi voorbeeld daarvan is je haar. De een is na de geboorte uitgedost met een grote bos. Een ander moet eerst gedoopt worden, alvorens er haargroei wil zijn. Bij weer een ander duurt het soms wel bijna 2 jaar voordat het echt wil groeien. En zo zijn er natuurlijk meer varianten. Zelf heb ik nooit de beschikking gehad over een weelderige bos haar, maar was het wat dun haar wat mijn hoofd sierde. Ik ging met de trends mee, of er juist tegen in. Met een weerborstel aan boord was kammen en modeleren ooit een uitdaging van jewelste. Wat ik nooit gedaan heb is mijn haren geblondeerd. Ik steek het niet onder stoelen of banken, maar ik ga gewoon erg goed op geblondeerde mannen. Scooter-frotman H.P. Baxxter, WRC-coureur Gus Greensmith, oud-keeper Santiago Canizares, het Roemeense elftal op het WK van 1998, voorbeelden te over. Het gaat er echter niet meer van komen. Een opgeluchte partner rijker, want die had dit allesbehalve kunnen waarderen als ik uitgedost met een perioxide coupe de drempel over zou stappen. Maar waarom het er niet meer van komt?
Mijn eerste herinneringen aan de kapper zijn van vroeger bij Kapsalon Gijsbers in Boxmeer. Hoe je daar zat te zweten in zo’n stoel. Je moest luisteren. Dan weer naar voren dan weer naar achteren. Het gekriebel op je hoofd. Het geluid van de schaar langs je oorschelpen. Ik vond er niet veel aan, werd er wat onrustiger van, maar je deed het toch maar iedere 6 of 7 weken. Later vond ik nog steeds niet echt leuk. We gingen over naar kapsalon Geurts in Haps, omdat Gijsbers te duur werd. Na enkele jaren klant te zijn geweest ik meen nog tot aan het 3de jaar van mijn middelbare school werd deze voor ons gezin eveneens te duur bevonden.
Inmiddels was het begrip thuiskapster ook in ons huis geen onbekend fenomeen meer. We stapten over. Hiermee verdween voor mij een stuk onrust en ik vond het prettiger. Niet dat ik zo’n spreker ben al helemaal niet in eerste instantie, tegen wat onbekendere mensen. Dit is echt iets wat ik moest leren en nog steeds trouwens. Hier kwam nog een switch in tot ik op een leeftijd kwam en het huis uit ging en ik zelf voor mijn kappersbeurten moest gaan zorgen.
Op diverse adressen kwam ik hierdoor met verschillende kappers. De laatste jaren voornamelijk bij Master Cuts in Boxmeer. Door mij vaak omschreven als het Syriërtje. Prijstechnisch nog altijd zeer goed te doen en qua entertainment was het al helemaal een spektakel. Man, wat ik wel niet mee heb gemaakt daar in de stoel. Vanaf het eerste moment vond ik het al bijzonder hoe het eraan toe ging. Een collega ging er al naar toe en had dezelfde verhalen. Het kan zo maar zijn dat je in de stoel gaat zitten en hij gaat bellen. Kan gebeuren, maar dat ie dan weg loop en jou achter laat. Of ineens uit het niets de föhn pakt en dan begint te föhnen. Er ligt nog van alles van vorige klanten. De tv staat vaak op VH1-classic, maar kan zo maar op Al-Jazeera staan. Het is altijd weer een verrassing wat er aan staat.
Er kwamen een keer wat lui in een voor mij wereldvreemde taal binnen met herrie, mijn god ik ben niet meteen bang of aangedaan, maar apart vond ik het zeker. Hij vond het opscheppers, dat was wel duidelijk. Een ander geweldig fenomeen is dat hij zichzelf continue bevestigd. Netjes, ja mooi, mooi, goed zo. Schitterend vind ik dat. In de loop der jaren zijn er assistenten. 1 spreekt wat minder Nederlands, maar knipt verder prima. Gesprekken voerde ik niet echt met hem. Dat was met de eigenaar eveneens wisselend. Als ik wat wilde praten, ging het vaak over PSV. Dat was een makkelijke binnenkomer. Vaak bevestigde hij wat je zei of herhaalde je antwoord. Hier genoot ik eveneens van.
Mijn jaar verzorgde ik, het gewoontediertje puur sang op mijn eigen manier. Vroeger had ik een platonisch huwelijk met de gelwax van de Hema. Zoals ik dit huwelijk eveneens heb met de Jack & Jones. Ineens was hij uit het assortiment. Niet meer op de website te krijgen. Geen Hema gel-wax meer welke ik vanaf 1999 eigenlijk standaard benutte om mijn haar te modeleren. Dit was voor mij al het eerste signaal dat het tijd werd voor iets anders. Of anders, alles eraf Of toch maar bij de Etos of Kruidvat wat halen? Het werd het laatste. De haardoos werd ieder jaar wat minder en of minder.
En er is een knipbeurt dat ik zelfs maar een 5-tal minuten in de kappersstoel zat. Voor mij was dat het moment om er iets aan te gaan doen. Het moment dat het licht begint te schijnen. Al jaren vroegen sommige mensen dit aan mij, omdat ze mijn pony steeds verder achter in de wei zagen staan. Met Kerst was het moment min of meer al aangekondigd. Onder de boom stond een cadeau. Dit cadeau pakte ik uit. Het bleek dat er een kakelverse tondeuse voor me klaar stond. Vanaf dat moment zou ik het zelf gaan doen. Toch bleef het een dingetje. Het is toch een stukje van je leven, iets waar je als man eveneens trots op bent.
Tot op een zondagmiddag. We kregen het erover. Onze hofdame, toevallig kapster wilde wel een handje helpen en zo geschiedde. Ik nam plaats op een stoel in de keuken in het volle licht. Ze moest even kijken welk stand de juiste is en begon. Er vloog me nog een partij haar af, waar je u tegen zegt. Althans zo ervaarde ik het. “het ziet er een stuk beter uit zo”. Zijn de haast logische woorden als ze klaar is. Zij is een van de eersten die het ziet en heeft eerbied van haar werk. Mooi om te zien en natuurlijk super dat ze het even voor heeft gedaan. Mijn partner zal snel het apparaat ter handen kunnen nemen en weet nu hoe het werkt. Althans voor deze coupe, want kappers zijn vakmensen laat dat duidelijk zijn.
De rest van de aanwezigen ziet eveneens dat het goed is. Het zal af en toe nog een keer vreemdere situaties opleveren. Nog steeds moet ik af en toe wennen als ik voor een spiegel sta, maar ’s ochtends is het wel fijn. Of als we een avondje weg gaan dat ik als ik de douche uitstap, me aankleed dat het dan is. Natuurlijk fiets ik nu nog veel met een muts op, want anders zou het wel heel koud worden. Wellicht dat ik in toekomst nog een mooi hoofddeksel aanschaf, maar dat is voor later zorg. De komende tijd zal mijn prinsensteek namelijk mijn favoriete hoofddeksel zijn. En over dat blonderen. Gelukkig hebben we tal van foto’s van mij in de huid van een van mijn grootste idolen. Hier had ik altijd een speciale spuitbus voor, maar die zal ik niet meer gebruiken. Daarbij kan ik met een pruik kop het podium vast wel weer verder vooruit.
Maar bij een kapper zal ik niet meer als kant komen. Over haartransplantatie durf ik geeneens na te denken. Maar voor degenen die dit willen, is het natuurlijk nog een andere uitkomst. De mijne is nooit meer knippen…

Reactie plaatsen
Reacties