
De terugweg in dromen..
Het was een intensieve werkdag. Of ja ik heb hem intensief beleefd en dan noem ik het al gauw intensief. Het is fris en ik kleed me goed aan voor de terugreis op de fiets naar huis. Het is 10 minuten na 5 uur als ik oversteek en aan mijn terugweg beging op fiets. in mijn discman heb ik een cd zitten van de Editors. Het album heet in Dream en het brengt me nog net niet aan het dromen. De muziek klinkt melancholish met het nummer ‘Ocaans of life’. Het geluid staat niet overdeven hard, zodat ik het verkeer goed kan horen. Wanneer ik voor me uit kijk en zie dat ik moet gaan wachten voor de spoorwegovergang. Er staat al een auto half op fietspad in de rij, want ja je zou maar eens 3 minuten langer moeten wachten op een dag. Dat krijg je van je lang zal zijn leven niet meer goed gemaakt.
Voor me fietst een typischer personage. Nogal langzaam, met een telefoon in de hand. Joost mag weten wat er nu zo belangrijk kan zijn en hij heeft een sigaret op zijn lippen hangen. Wie snel oordeelt zou kunnen stellen een beetje een noelie. Deze noelie wacht voor me op de trein en rookt zijn sigaret nog immer door hem niet met zijn vingers te beroeren, maar door lucht uit te blazen met het shaggy nonchalant op zijn lip hanngende hebben. De spoorboom gaat open eneen langer meisje steekt nog gauw even over. Ze staakt halverwege haar oversteekpoging. Kijkt de wachtende bestuurder aan heeft ongetwijfeld geluk dat ze een vrouw is en de wachtende bestuurder een man. Ze loopt door, de auto wacht nog wat langer. Ze heeft een lichtgrijze broek aan met brede pijpen aan de onderzijde.
Ik fiets in mijn eigen tempo door en moet stoppen voor het stoplicht. De noelie zie ik niet meer, of ik hem ingehaald heb? Wellicht was ik in dromen, maar het is me compleet ontschoten. Het cafe in de Spoortstraat is dicht. Dit verbaast me enigszins, omdat ik meen dat het open moet zijn op dit moment. Vanaf de Lidl komt er iemand aangereden. Er is ruimte en hij schiet gauw tussen de rij autos door. Ik moet even inhouden, maar heb begrip voor de situatie en ik fiets door richting de rotonde. De befaamde Rochusrotonde waar ik al eens geschept ben en ik altijd zeer alert ben. Even niet dromen. Ik moet nu scherp zijn en aanstaan, je weet immers maar nooit.
Ik geef richting aan en zie een grijze Citroen Cactus met rode accenten de rotonde opkomen. Een hondslelijk auto zoals er tegenwoordig weinig mooie auto’s worden geproduceerd. Hij kan mij voorblijven, dat is geen punt en dus de afslag nemen. Ik ben nog ver genoeg weg. Hij stopt echter ineens. Ik kan niet direct zien waarom, maar zie dat er 3, ik vermoed asielzoekers in het tussenstuk staan te wachten. De auto stopt op het fietspad, zodat ik er niet door kan. Geen ramp, laat die voetgangers maar komen. Nou niet dus, want de auto geeft gas, laat de koppeling los en raast als een doldwaze er vandaar. Godzijdank is de oudste van het stel eveneens niet in dromen. Houdt hij zijn zusje tegen en steken ze niet over. Als de auto als een komeet is verdwenen steek ik over en schud nog een keer van nee richting het rijgedrag van de bestuurder.
Ongekend ik had zo maar getuige kunnen zijn van een bizar verkeersongeval en ja ik weet als autobestuurder dat dit alles behalve een fijne plek is. Je moet echt goed opletten, want zeker op dit tijdstip komt het van alle kanten aan. Het kan niet anders dan dat hij de voetgangers heeft gezien. Hij stopte hiervoor, mag toen ze over wilden steken een spuit gas van jewelste. Ik vervolg mijn weg en bedenk me dat het wel al een bijzondere terugreis aan het worden is. Zo fiets ik verder en kom ik langs de verzorgcentra. Merk op dat er nog een prins op de route woont en kom bij de volgende rotonde. Vlak voor me rijdt een buurtbus de weg op en deze gaat rechtsaf. Ik ben eigenlijk eerder bij de oversteek, maar op intuïtie besluit ik te wachten. Maar goed ook want het busje zet gewoon rechtdoor koers.
Een onoverzichtelijke situatie voor de bestuurder op de andere weghelft is daarmee geboren. Waar is die fietser gebleven? De bestuurder wacht echter keurig.Ik neem een voorzichtige bocht en vervolg mijn route richting huis. Nog steeds ben ik aardig in dromen. Wel zie ik mensen zwaar ingepakt. Rijdt een scooter wel heel erg ver naar links als ik Beugen uitfietsen en zie fietsen verlicht, onverlicht of amper verlicht. Het blijft ooit bijzonder hoe laconiek de een is met verlichting.
Thuis ben ik nog in dromen, of ja ’s ochtends blijkbaar. Ik had de hamblokjesi niet uitgehaald….
Reactie plaatsen
Reacties