
Het is een dinsdagmiddag als ik mijn naam voorbij zie komen in een van mijn groepsapps. De volgende 4 personen zullen aantreden komende vrijdag in Mill voor een wedstrijd. Blijkbaar had ik gezegd dat ik reserve zou kunnen zijn op deze inhaaldatum. We hebben het over competitie tennis en dan specifiek de app van team 2. Een app waarin ik toegevoegd ben, nadat ik een keer in actie mocht komen. Een film annex gameavond met mijn broer stellen we helaas nog even uit. Een man is een man en een woord een woord, dus ga ik me klaar maken voor 2 potjes tennis op deze laatst mogelijk speelgelegenheid. Ja natuurlijk ga ik mee, want A je hebt een team dat wil spelen en B een tegenstander die dat ook wil. Dat ons team uit 4(!) invallers bestaat is dan maar zo. Door wat blessures en een herfstvakantie en een inhaaldatum is het een gegeven. Ik noem mezelf met liefde reserve, reserve, maar heb dus totaal 3 op 5 mogelijkheden meegedaan wat uitkomt op 60% van de wedstrijden.
Op vrijdagavond word ik even over half 7 opgehaald en we weten dat we tegen de nummer 2 mogen spelen. Zij hebben met 2 punten, oftewel met een gelijkspel genoeg punten om zich herbstmeister te noemen. We hebben een ijzersterk team bij. waarbij ik de laatste ben die zal toegeven dat ik de minste tennisser ben. Veruit overigens. Niet dat het wat uitmaakt, maar ik zou het wel knap lullig vinden als we 2 punten verspelen, omdat ik sta te prutsen met mijn racket of elleboog. Want ja in mijn elleboog zit door overbelasting van mijn rechterhand nog steeds een overstrekking. Dit, omdat ik aan mijn linker ringvinger ben geopereerd. Maar het is wat het is. Het kan geen kwaad en is verklaarbaar zei mijn fysio een week eerder.
Nadat we denken dat een parkeerplaats vinden lastig is, zien we dat dit geen probleem is. Met een toernooi zal dit zeker het geval zijn. We lopen langs een ouderwets ‘werkhuisje’ zien een vurige sponsor van de maand (Fick) en nog geen lampen branden. Binnen worden we welkom geheten met dikke plakken cake en een redelijk bakje koffie. Uiteraard uit een plaatselijk Nici apparaat.
We hoeven niet te loten, maar gaan gewoonweg spelen. Mij maakt het niets uit tegen wie of wat of met wie. Ik mag met een van de, zo niet de beste spelers van onze club aantreden op baan 6. We lopen naar buiten en lopen door een aan 2 zijdes geopende tent heen. Deze is voor een open toernooi een week later al klaargezet. De verlichting op deze banen 5 en 6 moet het beste zijn van het hele park. Ik geniet echt als we de baan op komen lopen. Het bankje, wat je altijd op een tennisbaan ziet is er niet. Hij hangt ingeklapt aan het hek. We zijn benieuwd of we deze kunnen uitklappen. Wonderwel slaagt deze missie razendsnel.
Verder valt op de bult aanhelsend aan deze baan een bankje op. Troosteloos op deze warme herfstavond, maar wel fier overeind. Of hier ooit mensen met hun zitvlees plaats opnemen? Het is me een raadsel. Dat er wat publiek is, omdat de tegenstander kampioen zou kunnen worden. Is niet zo vreemd, maar deze zitten onder een dekentje op het terras langs baan 5. Met inslaan merk ik dat mijn tegenstander het woord slice in zijn woordenboek heeft staan. Zijn services springen alle kanten op. Mijn inslaan is na een maand stilzitten als vanouds. Je doet, omdat je het behoort te doen, maar het lijkt nergens op.
We beginnen niet geweldig aan de wedstrijd. Toch winnen we de eerste game. De 2de game maakt mijn tennispartner 2 dubbele fouten. Ongekend, maar dit is meteen de opmaat voor de wedstrijd. Niet voor de onze, maar de tegenstanders slaan iedere game wel 1, 2 en soms 3 dubbele fouten in een game. Ongekend. Bij een 3-1 voorsprong gebeurt er wat bijzonders. Mijn zicht rechts is ineens weg. Ik schrik me niet alleen lens. Het voorwerp, vliegt pardoes uit mijn oog. Damn, niet nu, niet op een tennisbaan. We willen gaan zoeken, maar zoeken ons lens. Gelukkig bedenk ik me snel dat ik nog een reserve bij heb. Deze wordt met behulp van mijn tennispartner in het oog geplaats. Hij heeft mijn telefoon als camera en ik mik hem op goed geluk erin. Hij zit erin. Buiten dit, op het oog vreemde voorval, maak ik een uiterst curieus punt. Ik blok met een volley een slag. De bal stuitert op de helft van de tegenstander en komt in het net terecht. Het is de opmaat voor een verdere redelijke 1ste set, waarin ik totaal 2 eerste services in sla. We winnen de eerste set overigens betrekkelijk eenvoudig met 6-1. Dit komt vooral omdat mijn tennis partner voor 1,5 speelt en ik voor een 0,5. Ben er totaal niet bij, maar het hoeft eigenlijk niet. De 2de set ga ik beter spelen, we winnen deze met 6-2. Hierna moet ik echt even op adem komen. De druk van een zware werkweek gepaard met wat meer activiteiten in de avond. Overleggen annex avonden over een dorpskrant, pronkzitting, liedjesavond en een training met ongeplande kantinedienst lijken hun weerslag te hebben op mijn lijf. Mijn kuiten staan strak gespannen.
Onze ‘teamleader’ draait het flesje en ik mag de 2de wedstrijd spelen met een andere behoorlijk goede clubspeler. Na me even te hebben ingesmeerd en wat rek oefeningen te hebben gedaan, hoop ik nog ergens energie uit het AA-flesje te hebben verkregen. Deze wedstrijd sla ik verdomd veel 1ste services in en we staan prima te spelen. Echter verliezen we , mede door een paar wilde slagen mijnerzijds, de eerste set met 6-4. Niet getreurd, we leren er van en zijn vastberaden set 2 alles op alles te zetten.
Dat doen we, maar ik krijg nog een extra uitdaging. Mijn tennispartner had het al door en fluistert het me in. De tegenstanders hebben besloten alle ballen op mij te spelen. Ik beschouw het als een gigantisch compliment. Dat ze mij als zwakste schakel zien. Ik kan mijn volleytechniek namelijk bijschaven en als ik dan een punt maak, geeft dat nog meer voldoening. Plus ik moet scherp als een mes zijn. Dat ik mijn concentratie en beleving terugvind is fijn. Als ik een smash door de benen heen sla, geniet ik. Mijn partner slaat natuurlijk gedegen ballen en samen pakken we set 2. In de supertiebreak hierna komen we 8-2 voor. Het werd 8-5, maar uiteindelijk pakken we de wedstrijd met 10-5. Wat is dit fijn. 2 wedstrijden met 2 team. 2 punten rijker. Op de baan langs ons hadden de 2 andere al snel gewonnen. Dus is het aan het eind van de avond 1-3 voor ons.
Als we de kantine inlopen mag er een sportdrankje, op gedronken worden. We drinken met een zeer tevreden gevoel een drankje en genieten wellicht nog meer van de gigantische hoeveelheid eten die de tegenstanders hebben georganiseerd. Ongekend, zoveel stokbrood ligt er in een gemiddelde bakkerij nog niet.Dit krijgen we nooit op, ook niet omdat er nog chips, borrelnoten en een lading partysnacks bij komt. Het laatste avondmaal is er niets bij. De stokbroden zijn al gesneden, dus een dag later minder lekker. De beesten in de plaatselijke dierenweide zullen het met liefde ontvangen. Wel moeten we toegeven bij deze tennisclub heeft de tegenstander de catering Topi(o) geregeld.
Tussendoor ga ik nog even douchen en heb genoeg van de Heineken en neem een Affligem dubbel. Bijzonder moment een van onze teamgenoten wil gaan douchen, maar treft 2 topio leden van een ander team met een glas bier in de douche. Een van hen spreekt de filosofische woorden. "Ik druk nog één keer op de knop..." Onze tegenstanders, waarvan er 2 met de auto zijn, drinken wat rustiger en als we met een leeg glas zitten is het wel mooi geweest. We rekenen dan ook maar af en gaan huiswaarts. Een overwinning rijker en jawel de titel gaat niet naar Mill, maar het team van chef Chocomel. De reserves kwamen, zagen en overwonnen. Op 8 november mag het racket weer gespannen worden. Dan mogen we namelijk opdraven in de wintercompetitie. Ik had me nog niet opgegeven, maar goed je bent reserve of je bent reserve….



Reactie plaatsen
Reacties