
Vroeger ben ik als kind regelmatig in de Wanroijse bergen geweest. Met ons thuis, met vriendjes mee of met onze neef René en Karin. Prachtig vond ik dat zwemmen, glijden en dan altijd een mars ijsje eten van 1 gulden 75. Toen geluk nog heel gewoon was. Al kwam er altijd een keer die verdomde blauwalg opzetten en was zwemmen niet aan te raden dan wel onmogelijk. Daarnaast heeft bijna iedereen uit de omgeving er kennis gemaakt met ponyrijden en de skelters zijn een bekendheid an sich.
2 of 3 jaar terug waren we er nog met een neefje en nichtje, nu gingen we met onze 2 jongste nichtjes op pad. Ze zijn 3 en 4 en klikken goed. De een moeten we wel heel goed in de gaten houden, want deze is zo weg als je niet oplet. Oom en tante en vreemder/strenger gezicht of niet, ze is weg. We gaan ze ophalen met onze nieuwe auto alias #elcookblique.
Allereerst leidt de weg ons naar Holthees, waar het kinderdagverblijf goed gevuld is. We lopen echter het woonhuis binnen en ons nichtje is al helemaal klaar. Ze geeft aan er zin in te hebben Een ander nichtje zit op tafel. Een ander ligt nog op bed. Wanneer het stoeltje in de auto staat, stapt ze in. In de auto is ze rustig. Als we ons jongste nichtje gaan ophalen is zij nog wat gespannen en hangt aan papa vast. Uiteindelijk komt het goed, en als ze in de auto zit begint ze vrolijk te babbelen met haar andere nichtje. Het is al gezellig druk, maar niet lang, want even later valt 1 van de 2 in slaap.
We rijden via een prachtige route achteraf richting de eindbestemming. Al gaan we nog de mist in en komen op een ultraklein landweggetje uit. Hier een landbouwvoertuig tegenkomen? Geen idee wat we dan hadden moeten doen. Als we de parkeerplaats oprijden, rijden we eerst door de slagboom. Dan een slingerweg over en parkeren achteraan op een plek zo groot dat er zo 2 touringcars kunnen staan.
De jongste moeten we nog even wakker maken. Maar gelukkig is ze vrij snel 'actief'. We lopen naar het kassahuisje. Een pareltje op zich, ruim van de parkeerplaats gelegen. Ruim van het water. Als ik er ben zeg ik 2 volwassenen, 2 kinderen. Dit kassahuisje is al een attractie op zich. Er zit een vrouw van rond de 60 in. Laten we ze Rita noemen. Rita zit er ongetwijfeld al 30 jaar en zorgt met haar opgewektheid dat je een leuke dag gaat beleven. Helaas kan Rita ons niet helpen aan entree kaartjes, want mijn partner heeft deze doodleuk online gekocht. Waarom? Gelukkig mag Rita ons wel een parkeermunt overhandigen en bevestigd dat mijn woorden; 2 volwassen en 2 kinderen klopt. Op de achtergrond pruttelt er uit een transistor radiootje een leuk deuntje.
Het digitale tijdperk zorgt voor een hoop goede dingen, maar heeft als nadeel dat je bepaalde plekken niet in leven houd. Zoals Rita in een kassahokje bij een speeltuin. Die mensen mogen nooit verloren gaan. Hulde aan Rita, die eigenlijk maar eenzaam zit in dit kassahokje en toch opgewekt is en de gastvrouw van de Wanroijse Bergen mag zijn.
Ons 4 jarige nichtje heeft zwemmen ontdekt en ziet het water als we het park binnen lopen. ‘Zwemmen!’ Uhm nee, dat gaat hem niet worden. We lopen de speeltuin in en geven een snoepje en een pakje drinken. Hierna zijn ze eigenlijk vrij en gaan schommelen. Waar ik kan duw ik schuitjes vooruit, of help ik ze samen met mijn partner ergens op zetten. De spanning is overal snel gedaan, maar ze rennen vrolijk rond en doen wat ze durven en kunnen. De kabelbaan interesseert ze bijvoorbeeld helemaal niks. Mij valt vooral op dat het gras prachtig groen is en er zelfs een soort van achtbaan achtig iets ineens staat. Die stond er 2 jaar terug zeker niet.
We lopen richting de paardjes. Geen echte pony's meer zoals vroeger, maar plastic paarden die je vooruit moet duwen met een hand beweging aan de hendel. We helpen ze, want ze zijn er net te klein voor. Ik probeer het zelf ook nog, maar kom niet vooruit. Ik wil keihard : ‘I'm the horseman!’ roepen, maar dat zou nergens opslaan, want ik kom geen centimeter vooruit. Dit terwijl kinderen om me heen wel vooruit of achter gaan. Onze nichtjes vinden het erg leuk en dat is het belangrijkste.
Tegenover de paardjes staat een kioskje, hier staat een haarloze jongen achter die ons adequaat helpt met ijsjes uitzoeken. Een van de 2 kinderen vraagt tot 3x toe, waarom de jongeman geen haren heeft.... Hij zal niet dit prettig vinden. Kan hier niets aan doen en zal snappen dat kinderen van pakweg een jaar of 3/4 dit vragen of gewoon zeggen. We kiezen voor de bosvruchten yoghurt ijs. Welke me aan vroeger doet denken toen ons mam yoghi in een tupperware hulsje deed, een stokje eraan bevestigde en deze invroor. Deze variant is echter 23x zoeter. Ik bestel morgen een kunstgebit. Aan een tafel zitten, op het oog normale mensen 2 ongetwijfeld goed bevriende stellen. Ongeveer even oud als ons en zij zijn met hun kinderen. Het bijzondere aan ze vind ik dat ze zich vooral druk lijken te maken om van wie welke fles Kordaat bier is. Dat je als gezin gaat is niet vreemd, maar dat er in je koelbox bier moet zitten in een speeltuin? Goed, ik oordeel liever niet.
We beloven dat ze met de auto's mogen rijden. Dit kost echter wel geld en helaas zijn ze te klein om gas te geven en te sturen. We draaien de rollen noodgedwongen om. Mijn nichtje is eerst niet zo vrolijk, maar als ze toeter heeft ontdekt vind ze het prachtig. Als we ze vertellen dat er nog een grotere glijbaan is, worden ze weer helemaal enthousiast. We gaan ernaar toe en vragen ons af of ze zelfstandig mogen glijden. Dat mag nog niet, maar met ons vinden ze het net zo leuk. Het is zo'n hoge glijbaan, waarin je, je zelf in een jutenzak propt en dan zo hard mogelijk naar beneden glijdt en doorglijdt op kunstgras. De glijbaan zelf zorgt enkel voor brandwonden, dus zo'n zak is noodzakkelijk. We halen de zakken op, lopen de gigantische trap op en glijden naar beneden. We herhalen dit een aantal keer.
Vlakbij deze glijbaan staat een groot springkussen. Hier mogen ze op als ze hun schoenen uitdoen. Dat doen ze, maar mijn nichtje gaat en wil er niet op. Een paar meisjes van een jaar 7, 8 lachen. Mijn nichtje is hierdoor aangedaan en gaat het speelhuisje in. Zo'n speelhuisje dat in bijna iedere speeltuin in een dorp staat. Alleen heeft deze 5 glijbanen. Hier vermaken ze zich fantastisch in. Ze leven zich er helemaal in uit. We hadden dus net zo goed midden in Overloon of Rijkevoort kunnen gaan spelen. Dit is eigenlijk al genoeg. Door de warmte, moeten we ons insmeren. Ze mogen onze armen insmeren wat ze fantastisch vinden om te doen.
Als we later vertrekken zeggen we dat ze nog 1x van de grote glijbaan mogen. Als we zeggen, we gaan, is van de 2 al weer boven. Ja wat doe je dan? Er toch maar weer achter aan en nog een keer glijden. Als we verder willen, zegt de oudste dat ze niet kan lopen, maar we trappen er niet in deze keer. Via de pony's lopen we naar onze stikhete auto. De ramen gaan open, alvorens de airco werkt. We gaan frites eten en ik ben voornemens dit plaats te laten vinden bij cafetaria Landweert in Venray. Nou ben ik het kleine kind, want ik heb giga zin in een shaslick aldaar. De vorige keer was ie gesloten en had ik me daar zo op verheugd.
We hadden in Sint Anthonis bij van Kol kunnen stoppen, was niks te doen. Plaza Overloon zag er rustig uit en we rijden Landweert binnen, de parkeerplaats op. Jawel met de benen buiten bij de cafetaria. Zucht, dat wordt dus met 2 vermoeide kinderen even wat langer wachten. Geweldige keuze van mij dus. Het personeel werkt hard, maar na 25 minuten heb ik toch zoiets van, het mag wel komen. Gelukkig daar komt de jongedame van de cafetaria aan met een vol dienblad. Overbodig te melden, ik geniet volop van de frites saté-mayo en shashlick die opgemaakt is als in een 3 sterren establishment. De nichtjes eten moeizaam, zijn afgeleid. Of kiezen de mayo boven de frikadel. Uiteindelijk hebben ze voldoende volgens ons gehad. 1 van de 2 valt nog van het bankje af en we houden ons hart vast. Gelukkig blijft het bij kleine traantjes van de schrik.
We besluiten ze meteen naar huis te brengen, want het is duidelijk dat ze moe zijn. Dat laatste zijn wij ook. Ze hadden eigenlijk wel in de achtbaan gewild Thuis zijn ze druk, maar het is duidelijk ze hebben net als wij een mooie dag gehad. Ik mag eenmaal thuis, direct de tennisbaan op en merk dat het eten mij wat machtig is verworden. Hadden we toch eerder moeten gaan eten. Er schiet een frietje aan het net, vanuit het verkeerde keelgat de baan op. Maar daar blijft het bij, geen bergen deze keer, maar een restje. Was ik een ongelukkige pony, of zat ik nog in mijn eigen achtbaan?




Reactie plaatsen
Reacties